Alsof de wereld plots stilstaat. Alsof hij die de wereld zoveel mooier maakte, in het hiernamaals sfeer moest gaan brengen. Niet te bevatten. Met grote verslagenheid heeft vv Moerse Boys afgelopen zondag kennis genomen van het overlijden van Rudo Gommers. Een van de fijnste leden van de Moerse Boys-familie. Plots niet meer onder ons. Het columnteam Vakkie C bundelde de krachten en riep vier dagen van rouw uit. Vier dagen, vier columns. Over Rudo, voor Rudo, door Moerse Boys. Een geschreven eerbetoon. Opdat we hem nooit vergeten. Vandaag deel 2.
Door: Maikel Nouws
Wees als Rudo
Plakboeken. Foto’s van vroeger. Ik ben er geen liefhebber van om mijn jongere ik in de ogen te kijken. Nee, ik kijk liever naar de figuren om mij heen om maar niet naar mezelf te moeten kijken. Het aantal nieuwe oude gezichten blijft op de eerste bladzijden beperkt tot een select groepje familie maar vanaf de eerste schoolfoto’s groeit het schouwspel door leeftijdgenootjes van hetzelfde bouwjaar. Met een deel van die leeftijdgenootjes sta ik op mijn eerste elftalfoto. In een voor die tijd typisch flets oranje shirt kijken een tal jochies van een jaar of 7, 8 vol kindervreugde en 2 net volwassen leiders de camera in. Bij het afgaan van de koppies monster je de kennis over de periode tussen het moment van afdrukken en het nu. Je komt tot besef dat al die leeftijdgenootjes al geruime tijd uit het zicht zijn. Sommige al tig jaar. De laatste heb je jaren geleden voor het laatst gesproken. Op één persoon na die ook op die foto staat, mijn eerste jeugdleider.
Als jongetje van 7 is je wereld niet veel groter dan het schoolplein. En plots ga je op zaterdagen op avontuur naar plekken als Wagenberg, Dongen (als we het al konden vinden) of de grote stad Breda. En dat allemaal onder leiding van gasten die veel jonger zijn dan je ouders of je juf en er ogenschijnlijk evenveel avontuur in hadden als de roedel die ze wekelijks op pad namen. Als je een dag later naar het vlaggenschip ging kijken, was ie er ook. Toentertijd deed ie in de rust nog ballen op het goal knallen om als reserve de tijd te doden. Ik nam met mijn leeftijdgenootjes plaats achter het ballennet. Uiteraard herkende hij ons. Het handje ging omhoog. En wellicht zei hij dat we maar eens goed moesten kijken hoe het wel moest na dat gestuntel van een dag eerder. Achter het ballennet keken we met grote nieuwsgierigheid of het hem lukte om een bal in een leeg goal te krullen. En als het niet lukte dan ging je graag de ballen voor hem uit de struiken halen. Om hem vervolgens nog de laatste tien minuten van de wedstrijd te zien invallen.
Een tien jaar later was ik zelf 18, 19 jaar en stroomde ik door naar de seniorenselectie. In dezelfde tussenliggende periode was mijn eerste jeugdleider sterkhouder geworden van Moerse Boys 1. Na eerst in de rust nog wat ballen op de goal geknald te hebben, was het dan zo ver. Ongeveer tien minuten voor het einde mocht Ik mijn debuut maken in het eerste van Moerse Boys. Hoe symbolisch dat ik voor mijn eerste jeugdleider in het veld mocht komen. Het handje werd door hem uitgestoken, ik klapte er tegenaan. Niet voor het laatst zou er iemand debuteren die de sterkhouder ooit als pupil had gehad.
Zeven jaar later kreeg ik de vraag. Of ik het leuk vond om een stel pubers te begeleiden. Zijn A-jeugd ging naar Praag voor een internationaal voetbaltoernooi. Een paasweekend lang de leider uithangen die ik ooit zag toen ik 7 was, dat wilde ik wel. Inmiddels als 26-jarige was mijn wereld dan wel veel groter dan wat velden in West-Brabant, maar dit avontuur lonkte. Hoewel in al die tussenliggende jaren waren kinderdromen als spelen in MB1 of jeugdleider worden geen doelen meer. Maar er was genoeg van hem te leren. In de afgelopen jaren had ik hem van nabij in de selectie meegemaakt. Ik bewonderde zijn rustige karakter. Autonoom maar geen zonderling. Dat kon dus ook.
Als 33-jarige zit ik in de eerste corona-zomer in zijn tuin. Want alle contacten die je op doet binnen een vereniging als de Moer blijven niet beperkt tot wat er zich afspeelde op het sportpark. Ze verjaren zelfs niet. Ter vervanging van het afgelaste Pinkpop werd er een coronaproof festival georganiseerd in zijn achtertuin. Voor mij was het een weerzien na een lange periode met de gastheer. Zittend op een campingstoeltje nemen we rustig de laatste jaren door. Het voelt meteen als die talloze malen in kleedkamer, kantine, auto, busje of langs het veld. Voldoende bijtende opmerkingen. Maar ook wat warme woorden en vaderlijk advies. Alles nam ik vanzelfsprekend ter harte. Alsof er in die kwart eeuw tussen E-jeugd voetballertje en toen echt niets was veranderd.
Maar vanaf zondag wel. Vanaf het moment dat ik slaapdronken het bericht tot me nam, besefte ik dat sommige mensen specialer zijn voor mij, dan ik voor hen. Mensen die ogenschijnlijk vanzelfsprekend zijn. Mensen die je ongemerkt een richting wijzen. Al die mensen maken een vereniging of leven net dat ene stukje rijker, mooier, leuker dan het zou zijn geweest zonder hen. En iedereen kan zo zijn. Ook al is het maar een beetje. Daarom. Wees als Rudo.