Voor Moerse Boys, door Moerse Boys en (vaak) over Moerse Boys. Dat is Vakkie C in een notendop. Deze columnrubriek werd ooit bedacht om de ontstane Coronaleegte te vullen, maar heeft inmiddels een permanent karakter. Iedere zaterdagochtend kunt u in deze rubriek een column/verhaal/artikel lezen. Regelmatig staat onze club centraal, maar ook andere zaken in het leven passeren de revue. Vakkie C is leesvoer voor bij het ontbijt, tijdens het toiletbezoek of wanneer dan ook. Vandaag deel 98: De Bal door Ludo Vriends.
15 september 2021 09.45 uur: WhatsApp van Michiel. “De bal ligt bij Luudje ……” De bal ligt bij Luudje? De bal ligt bij Luudje! Ik neem de tekst nogal letterlijk in me op en concludeer dat de bal al lang niet meer bij me ligt. Op 28-jarige leeftijd moest ik noodgedwongen na een paar knieoperaties en een aantal enkeloperaties stoppen met voetballen. Alle jeugdelftallen doorlopen, met wisselend succes gespeeld bij het 4e, 3e, 2e en een enkele wedstrijd bij het eerste. Einde actieve voetbalcarrière. Laatste bal getrapt. Wat volgt is niet alleen de pijn in je enkels en knieën, maar ook de pijn van het niet meer kunnen trainen en wedstrijden spelen. Ik had nog zo lang door willen gaan en wat was ik jaloers op die mannen die doorgaan tot dik in de 50 of 60 jaar. Toenmalig trainer Henk van de Langenberg adviseerde me om de trainerscursus te volgen bij de KNVB. Dat was geen slecht idee. Ik volgde op maandag en zaterdag de cursus in Middelbeers en was op dinsdag en donderdag assistent bij de trainingen van de selectie. De bal, al kwam hij nog zo dicht langs me heen, moest ik echter laten lopen. Een aantal jaren later werd ik leider van het 2e en ook nog enkele jaren van het 1e. Bij het 2e altijd met voetbalzaken bezig, bij het 1e meer met de randzaken. De bal kwam er niet meer aan te pas. Ik trainde ook nog wel jeugdelftallen en viel nog wel eens in als trainer bij de dames. En oh wat had ik nog graag even meegedaan met het partijtje of nog eens een keer lekker afgewerkt op de goal. Het kon niet en het mocht niet, mijn lichaam protesteerde. Na al die jaren had ik me verzoend met de gedachte nooit meer een bal aan te raken. Ter compensatie heb ik in de loop der jaren van alles geprobeerd, fietsen, zwemmen, fitness, triatlon. Maar niets kwam ook maar een beetje in de buurt van voetbal. Ik speel nog graag een partijtje biljart, leg nog graag een kaartje en geniet van het spelen van 9 holes golf. Maar het betreden van de groene mat voor een voetbalwedstrijd staat nog altijd ver boven dit alles. Uiteindelijk kwam het er op neer dat ik alleen nog maar voetbal ging kijken, alle wedstrijden van het eerste, veel van het 2e, thuiswedstrijden van NAC, regelmatig was ik in België bij Wuustwezel, Nieuwmoer, Zwarte Leeuw of Sint Lenaerts. Op zaterdagochtend naar Zundert-Noord waar inmiddels mijn zonen en dochter voetbalden. Wat heb ik veel wedstrijden gezien.
Dan komt het moment dat mijn zonen op een leeftijd zijn dat ze regelmatig in de zaal voetballen en mij uitdagen voor een partijtje voetbal. Om voornoemde redenen houd ik de boot af en leg uit dat dat echt niet meer kan. Het aandringen van mijn zonen gaat onverminderd door en ik laat me omlullen. Samen met mijn vrienden van de dartclub, gemiddelde leeftijd 50, spelen we een wedstrijdje in de zaal tegen onze zonen, gemiddelde leeftijd 16. Hopeloos uiteraard, eerste helft niet vooruit te branden en alles doet pijn. De bankmomenten worden steeds langer, het aantal speelminuten steeds minder. Bij rust komt mijn 2e zoon lachend naast ons lopen en wijzend naar het scorebord hoor ik hem zeggen; “Jaja, keiharde realiteit hé”. Het bord vermeld een 4-1 stand voor de zonen. De 2e helft begint en hoe minder ik in het veld sta hoe beter het gaat met ons team. We komen op gelijke hoogte zelfs. Tijdens één van de spaarzame invalbeurten laat ik me verleiden tot een sprintje als de bal net iets de diep word aangespeeld. Jazeker een sprintje! Tot een balcontact komt het niet meer, ik scheur een spier en de pijn is voelbaar van mijn knie tot mijn kont. Ik strompel naar de bank en in de luttele speeltijd die er nog restte komt ons team zelfs nog op voorsprong en winnen we de wedstrijd. Met het hoofd tussen de knieën zitten mijn zonen na afloop teleurgesteld aan de kant. Ik hinkel naar ze toe en fluister, wijzend naar het scorebord; “keiharde realiteit mannen…” Voor de keiharde realiteit had ik beter naar mijn lichaam kunnen wijzen.
Nog vaak vroegen ze om een revanche, maar ik heb de verleiding kunnen weerstaan. Voor mij was het nu echt einde oefening, nooit meer een bal getrapt en afscheid genomen met een overwinning op mijn zonen. Wat houd ik veel van ze. Om ze in actie te zien hoef ik niet meer naar Zundert Noord. Ze hebben het blauw-wit inmiddels verruilt voor het oranje-wit van de Moer. En ik ben vervuld van trots. De bal ligt bij de volgende generatie.