Vakkie C, deel LXXXIII: Muurligger

U bevindt zich hier:
/ Vakkie C, deel LXXXIII: Muurligger

Voor Moerse Boys, door Moerse Boys en (vaak) over Moerse Boys. Dat is Vakkie C in een notendop. Deze columnrubriek werd ooit bedacht om de ontstane Coronaleegte te vullen, maar heeft inmiddels een permanent karakter. Iedere zaterdagochtend kunt u in deze rubriek een column/verhaal/artikel lezen. Regelmatig staat onze club centraal, maar ook andere zaken in het leven passeren de revue. Vakkie C is leesvoer voor bij het ontbijt, tijdens het toiletbezoek of wanneer dan ook. Vandaag deel 83: Muurligger.

Opeens was er een nieuw fenomeen in het hedendaagse voetbal. Waar voorheen de vierde man gezien werd als degene die bij het lootjes trekken aan het korte eindje trok, was er ineens de muurligger.

Afgelopen periode zag ik Davy Klaassen diverse malen zonder morren deze taak op zich nemen. Achter de door de keeper opgetrokken muur, liggend met de rug naar de bal en wachtend op het schot. Tijdens een interview gaf hij aan dat hij dit geheel vrijwillig deed. Want ja, stel als de muur op zou springen en de bal er onderdoor zou gaan, dan….lag hij daar niet voor niets.

Oké, ik ben geen voetballer, dat geef ik eerlijk toe. Ik denk er trouwens wel verstand van te hebben, maar dat geheel terzijde. Volgens Wikipedia is een muur een verticale constructie die dient als afscheiding tussen twee ruimten. Waarom springt een muur dan op? Moet de keeper de muur niet zo wegzetten dat deze een stuk doorgang verspert naar zijn te verdedigen doel? Maar goed, niets menselijks is de muur vreemd blijkbaar. Maar als ik thuis een muur zou hebben die elke keer opspringt, dan zou ik een andere (laten) zetten.

Vroeger, in die paar jaar dat ik noppen onder mijn schoenen had, vond ik het geen pretje om in de muur te staan. En volgens mij, als ik op de tv voetbalwedstrijden bekijk, worden niet de allerbesten in de muur gezet, wat in ieder geval wel bevestigd werd tijdens mijn korte voetbalcarrière als Rinus Kronenberg riep: “Hendrikx, in de muur!”. Maar als je dan ook nog achter de muur moet gaan liggen, ja waar sta (of lig) je dan in de voetbalpiramide?

Ik stel het me als volgt voor, hypothetisch dus als speler van een lager seniorenteam bij Moerse Boys. Ik ben te laat aangekomen op het sportpark, dus zoals het in het amateurvoetbal gebruikelijk is, dat kost me een bak bier. “Maar”, zegt de leider, “die kun je afkopen door straks muurligger te zijn”. Ik besluit in al mijn onnozelheid dat aanbod aan te nemen. Halverwege de eerste helft een vrije trap voor de tegenstander, randje zestien. Onze keeper zet de muur weg en de leider roept: “Hendrikx, liggen!”. Ik ga achter de muur liggen met mijn rug naar het spel toe, in afwachting van wat er gaat komen. Ik beeld me in dat dit hetzelfde gevoel moet zijn dat iemand heeft als hij of zij geblinddoekt voor een vuurpeloton staat. Je weet dat het komt, maar niet wanneer. De vrije trap wordt genomen, de muur springt op en ik word vol op mijn kont geraakt. Hierdoor krijgt de bal een rare wending en verdwijnt zo in de kruising, achter onze verbouwereerde keeper. Eind van het liedje: omdat ik een eigen goal gemaakt heb, kost het me alsnog een bak bier, dankzij de blauwe plek op mijn bil kan ik alleen staande drinken en uiteindelijk op de terugweg naar huis, na een intensieve derde helft, ligt ik met fiets en al achter een muurtje. Thuis aangekomen zeg ik dat het allemaal komt door het muur liggen, maar de blik die daarop volgt, betekent “alleen liggen vanavond” zo te zien.

Beste heren en dames amateurvoetballer. Doe niet mee met deze waanzin, want het is dat ene tegendoelpunt niet waard. Denk aan je zelf-respect en wordt geen muurligger.

Facebook
Twitter
LinkedIn
WhatsApp