Voor Moerse Boys, door Moerse Boys en (vaak) over Moerse Boys. Dat is Vakkie C in een notendop. Deze columnrubriek werd ooit bedacht om de ontstane Coronaleegte te vullen, maar heeft inmiddels een permanent karakter. Iedere zaterdagochtend kunt u in deze rubriek een column/verhaal/artikel lezen. Regelmatig staat onze club centraal, maar ook andere zaken in het leven passeren de revue. Vakkie C is leesvoer voor bij het ontbijt, tijdens het toiletbezoek of wanneer dan ook. Vandaag deel 38: The Golden Boy.
We schrijven seizoen 2008-2009. Mijn eerste jaar als trainer van Moerse Boys 2. Zoals het een goed trainer betaamt, was ik voor de trainingen altijd ruimschoots op tijd aanwezig. Wanneer ik de oefeningen had uitgezet en nog wat tijd over had, ging ik even naar de training van het G-elftal kijken. Het was namelijk ook het eerste seizoen dat Moerse Boys een G-selectie had en aangezien sommige spelers nog wat moesten wennen aan het spelletje, was er besloten dat ze het eerste seizoen nog geen officiële wedstrijden zouden spelen. In mijn ogen konden ze dus wel wat extra support gebruiken. Met iedere training die volgde werd ik enthousiaster en het was steeds iets eerder dat ik naar de training ging om hun prestaties goed te kunnen volgen. Ik liet me vanaf de zijkant horen en probeerde op mijn manier mee te helpen om de boel op scherp te krijgen. De reacties gingen steeds vaker over en weer en uiteindelijk stelden ze me de vraag of ik hen een paar trainingen wilde geven. Maar natuurlijk wilde ik dat! Schitterend om te doen!
Met een perfecte opkomst en dito inzet heb ik zo een aantal trainingen voor mijn rekening genomen, waarbij er in die periode eigenlijk maar 1 persoon was die zich niet aan de afspraken hield. Ad Sips, voor ons Adje, presteerde het namelijk om standaard met een Ajax-trainingspak op het veld te verschijnen. Nou is niemand perfect, maar zelfs ik vond dit te ver gaan en dus heb ik hem daar ook iedere keer op aangesproken. Adje was dan geen groot prater maar op de momenten dat hij tijdens de training een doelpunt maakte, ontstond er die fanatieke blik in zijn ogen en liet hij met zijn gebalde vuistje en wat gemompel in zichzelf, duidelijk richting mij blijken dat er niet met zijn cluppie te sollen viel, laat staan met Adje zelf. Het mooie aan Adje was dat als ik vervolgens naar hem toe rende, een welgemeende high five gaf en vertelde dat hij voor mij een supervedette was, de vrede tussen ons snel hersteld was en ik na iedere training uiteindelijk toch weer een kroel van hem kreeg. Ik probeer dit kroelen overigens ook al jaren als vast onderdeel bij de dames ingevoerd te krijgen maar heb vooralsnog niet het geluk aan mijn zijde. Toch koester ik de hoop dat mijn repeterend verzoek na de Corona-crisis zijn vruchten gaat afwerpen. Wordt vervolgd.
Het volgende seizoen en het meest spannende moment is intussen aangebroken. Het G-elftal mocht wedstrijden gaan voetballen! En natuurlijk had ik beloofd om bij een van hun wedstrijden te komen kijken. Op de betreffende dag speelden ze tegen een pittige tegenstander en ja ze hadden het zwaar, heel zwaar zelfs. Adje, die zichzelf altijd posteerde als diepe spits, was niet erg snel of wendbaar en ook duels vond hij best spannend. Echt vaak kreeg hij de bal dus niet. Het deed echter niets af aan het respect wat ik voor deze oude krijger had, te weten dat ik zelf al op de helft van zijn leeftijd vroegtijdig moest stoppen vanwege een weliswaar ontzettend krachtig ogend, maar te blessuregevoelig lichaam. Hij stond daarentegen met zijn 52 jaar nog gewoon week in week uit te voetballen en op een gegeven moment is er dan simpelweg het beste vanaf. Al heeft Sjakie Swart daar waarschijnlijk hele andere gedachten over. Afijn.
Adje had tot halverwege de 2e helft nog geen bal aangeraakt. Het publiek begon ongerust te worden en steeds als de bal ook maar in de buurt van Adje kwam, werd het gejuich langs de kant luider en luider. Het zou vandaag toch nog wel gaan gebeuren?
En toen was daar, ergens net voor het einde van de wedstrijd, het magische moment. Adje stond helemaal vrij en kreeg de bal precies in zijn voeten. Het publiek explodeerde en tussen al het gegil door wilde ik dat Adje zijn koppie zou gebruiken en zo lang mogelijk van dit moment zou genieten. Ik schreeuwde dus naar hem toe dat hij de tijd moest nemen. “TIJD ADJE!” En toen, tot ontsteltenis van mij en het overig aanwezige publiek, liet Adje de bal achter zich en kwam hij zelf naar de zijkant gelopen. We hadden het al snel genoeg door. Hij dacht dat het TIJD was. En dus brulden we vanaf de kant, inmiddels met iedereen: “TERUG ADJE, TERUG!” Maar toen Adje vragend naar de kant keek, was reeds de tegenstander er met ZIJN bal vandoor. Natuurlijk was Adje zelf niet blij met dit voorval, maar nadat ik hem na de wedstrijd had uitgelegd wat mijn bedoeling was geweest, sloten we met onze gebruikelijke kroel de wedstrijddag samen alsnog goed af.
De kroelmomenten met Adje voelden voor mij altijd als speciaal en zoals ik het zie was dat ook zijn grootste gave. Dat iemand echt even de tijd voor je neemt om te laten blijken hoe die persoon jou waardeert. Dat kan met een kroel, met lieve woorden of bijvoorbeeld zoals ze elkaar in Zuid-Afrika begroeten met ‘Sawubona’, wat zoveel betekent als “Ik zie je”. Die echte aandacht van een ander geeft je een goed gevoel over jezelf en een extra boost aan energie voor als je weer verder gaat. Daar kan geen cursus mindfulness of een aantal likes op Instagram tegenop. In die zin denk ik dat we in onze gejaagde samenleving van vandaag, nog heel wat van Adje kunnen leren.
Na het seizoen van 2014-2015 kwam er einde aan de carrière van Adje en hing hij zijn voetbalschoenen aan de wilgen. Ik kwam hem daarna nog weleens tegen bij de wedstrijden van ons eerste elftal of op straat bij de supermarkt. Het bleef dan bij een “hoi” en soms nog een high five. Achteraf vraag ik mezelf af waarom ik hem ook toen niet een kroel heb gegeven. Alsof daar een voetbaltraining voor nodig is.
Tot mijn verdriet hoorde ik dat Adje afgelopen februari op de leeftijd van 63 jaar van ons heen is gegaan. Een mooi persoon waar zeker zijn naaste dierbaren veel verdriet van zullen hebben en ik ze daar dan ook veel sterkte bij wens.
Voor mijzelf ben ik vooral dankbaar voor de prachtige herinneringen aan dit unieke mens. Een mens met een prachtig hartje van goud.
Rust zacht Adje. Dikke kroel van mij.