De Lentestop, deel XI: Hoe mooi had het kunnen zijn

U bevindt zich hier:
/ De Lentestop, deel XI: Hoe mooi had het kunnen zijn

Nederland blijft thuis. De straten zijn leeg. De cafés gesloten. Sportpark Akkermolen verlaten. Terwijl in de ziekenhuizen een strijd op leven of dood wordt gestreden, gaat een delegatie Moerse Boys-leden de strijd aan tegen de verveling. De digitale pen als wapen. Iedere woensdagavond, zaterdagochtend en zondagochtend verschijnt onder de noemer De Lentestop een column/verhaal/artikel op de website. Leesvoer voor u. Vandaag deel 11: Hoe mooi had het kunnen zijn.

Zaterdag 11 april 2020. Halsteren – Moerse Boys staat op het programma. De zojuist met het Roosendaalse RBC gefuseerde club kondigt vooraf groots feest aan. Ook zij lijken bekend te zijn met het Klein-Zundertse publiek en dan met name het consumptiegebruik van ons allen. Wellicht dat de onderlinge wedstrijden in 2013 daar iets aan hebben bijgedragen. Feest in de kantine na de wedstrijd. Een DJ en zelfs een zanger zijn aangekondigd, feest gegarandeerd.

Loungebanken
Normaliter trek ik op zaterdag ook de kicksen aan maar het programma op Voetbal.nl vertelt dat we een vrije middag hebben. Ook weleens lekker, een weekje vrij. Een van mijn vrienden spoort ons zoals altijd aan om mee te gaan kijken naar het vlaggenschip. ‘MB’tje vandaag mannen?’ Veel positieve reacties volgen en vanwege de allesbehalve drukke dag besluiten we al vroeg de gang richting Akkermolen te maken. Eerst een kleine versnapering in de kantine om vervolgens de relatief korte reis richting Halsteren te ondernemen. Aangekomen op ons eigen sportpark met een mannetje of acht staat Cil ons met haar welbekende lach al op te wachten. ‘Bak bier mannen?’ zijn haar eerste woorden. ‘Liefst wel zelf pakken uit de koelkast dan.’ Alle acht knikken goedkeurend, met dat soort klusjes hebben we geen van allen problemen. Wanneer zoon Maurice kort daarop met een eveneens goedlachs gezicht op ons af komt gelopen, zijn we allen toch wel wat argwanend. ‘Willen jullie even de loungebanken op zijn plek zetten?’. Na wat gesteun en geklaag staan we toch weer met zijn allen de veel te zware banken te verplaatsen naar de plek waar Maurice ons naartoe dirigeert.

Jagen
Eenmaal zittend op het van steigerplanken gefabriceerde meubilair, zonnebril op onze neus en de bak bier in het midden, vergezelt Cil ons zoals eigenlijk iedere zaterdag. Uiteraard krijgt ze van ons een bruine fles aangeboden die ze ook maar zelden overslaat. Een harmonieus kringgesprek in de buitenlucht resulteert en zodra de nootjes zijn gebracht, kan de middag eigenlijk al niet meer stuk. ‘Gaan we nog een potje jagen?’ klinkt het vanuit de andere kant van de kring. Het inmiddels befaamde dartspelletje waardoor menig vriendschap al is beëindigd, krijgt normaliter menig Ut Zaoterdag-speler wel van de bank, maar gezien de zomerse omstandigheden vindt vrijwel iedereen het sonde om nu binnen te gaan staan. De initiatiefnemer neemt ietwat gedesillusioneerd zijn plek terug. Her en der worden nog wat seksistische opmerkingen gemaakt en krijgt degene met de meest bleke huid maar weer eens een sneer met de vraag of hij zich wel ingesmeerd heeft. Cil kan er ook mee lachen.

Bierkar
Naar verloop van tijd zien we de scootmobiel van Huubke richting de parkeerplaats gaan. Het sein voor ons om de laatste slokken van onze goudgele dorstlesser in recordtempo naar binnen te werken en ook gang te zetten naar de auto. Ook in Halsteren schijnt de zon volop gelukkig. Eenmaal aangekomen op sportpark De Beek gaan onze haviksogen naar de beste plek om te staan de komende paar uur. Het beste zicht op het veld en zo dicht mogelijk bij een bar. Die plek lijkt gevonden. Naarmate de klok meer richting half 3 gaat, des te drukker het wordt om ons heen. Uit diverse blauwe Albert Heijn tassen verschijnt een hoop Bengaals vuurwerk dat vakkundig wordt uitgestald met daarbij de nodige voorzorgsmaatregelen om hetgeen te doven. Als de hoofdrolspelers van vandaag dan ook eenmaal het veld opkomen, ziet de lucht voor even niet blauw maar oranje. Terwijl de rook nog sluiert over de helft van het in het geel geüniformeerde team, fluit de dienstdoende scheidsrechter voor het eerst die middag.

De eerste helft speelt zich vooral af op het middenveld en is niet echt spannend, maar het goede weer vergoedt een hoop. Het rustsignaal klinkt waarbij de grote menigte zich snelt richting de eerder genoemde bierkar. ‘Het is niet best he’ en ‘het kan nog alle kanten op’ zijn de meest gehoorde uitspraken aldaar. In de tweede helft komt Halsteren toch sterker uit de startblokken en dreigt oud NAC-spits Fouad Idabdelhay een paar keer goed in de mogelijkheid te komen. Rots in de branding Leroy speelt echter weer een dijk van de wedstrijd en houdt de topschutter, in het verleden goed voor 11 eredivisiedoelpunten, de gehele wedstrijd in bedwang. In de laatste minuten van de wedstrijd verschijnt Pim 1-op-1 met keeper Steging. Na een schijnbeweging ligt de doelman al in de verkeerde hoek en kan de jongste Goossens telg met het witte leer het lege goal inlopen. Hij bezorgt Moerse Boys daarmee de volle buit.

Vatje
In de kantine wordt de overwinning groots gevierd. Ondanks het verlies van zijn ploeg, sponsort technisch directeur Ron van Nijnatten een vat bier hetgeen met groot gejuich word ontvangen. Door deze geste kan nieuwbakken voorzitter Bas niet achterblijven: ‘Ook een vatje van Moerse Boys!’ Marvin doet ondertussen nog een duet met de zanger terwijl Jesse stagedivend van de bar afspringt. Het bleef nog lang onrustig. Wat een dag.

Zaterdag 11 april 2020. Badend in het zweet word ik wakker. ‘Het leek wel alsof je aan het juichen was’, klinkt het naast me. Verder dan de garage opruimen en de laatste paar afleveringen van seizoen 4 Casa de Papel kom ik niet deze dag. Hoe mooi had het kunnen zijn.

Facebook
Twitter
LinkedIn
WhatsApp