De Lentestop, deel XIII: Mijn eerste cluppie

U bevindt zich hier:
/ De Lentestop, deel XIII: Mijn eerste cluppie

Nederland blijft thuis. De straten zijn leeg. De cafés gesloten. Sportpark Akkermolen verlaten. Terwijl in de ziekenhuizen een strijd op leven of dood wordt gestreden, gaat een delegatie Moerse Boys-leden de strijd aan tegen de verveling. De digitale pen als wapen. Iedere woensdagavond, zaterdagochtend en zondagochtend verschijnt onder de noemer De Lentestop een column/verhaal/artikel op de website. Leesvoer voor u. Vandaag deel 13: Mijn eerste cluppie.

Of de feiten in mijn onderstaande column kloppen weet ik niet, ik weiger echter om research te doen bij betrokkenen omdat de waarheid een aanslag zou kunnen zijn op de romantiek in mijn beleving.

Ik ben geboren op Stuivezand aan de Bredaseweg nummer 40 en opgegroeid in een gezin met nog 6 broers. Als je vraagt hoe wij vroeger onze vrije tijd besteedden, dan komt als hobby van de Stuivezandse jeugd iedere keer voetbal terug. Naast bolleke stamp, spoorzoekertje en vissen aan de beek waren we vooral aan het voetballen. Dit gebeurde hoofdzakelijk bij ons achter in de wei. Om op ons “voetbalveld” te komen dienden we een keuze te maken om op, tussen of over stroomdraden te klimmen of 30 meter door de halve meter slik van de varkenswei te baggeren. Zelfgemaakte goals van 2 palen met een plank er boven (en netten gebreid door onze Janus, hij voetbalde niet), een veld vol gaten en kuilen, hoog of geen gras en omgeven door schrikdraad, dit laatste was misschien wel meteen de eerste (en enige) vergelijking met de politie- en legerclubs uit het voormalige Oostblok.

Op Stuivezand woonde aan de Oostzijde van de grote weg opvallend meer jongens dan meisjes. Zoals vermeld had ik 6 broers, bij Toon Broek (Van Den lieten we vroeger weg) 5 jongens, bij Louis en Toon Nouws 4 jongens en 3 meisjes(geen voetballers), bij Sjarel Vriends 3 jongens, bij Piet Hereijgers 3 jongens en 2 meisjes en bij Frans Nouws 1 jongen en 1 meisje(Ineke). Soms kwam Jan Roelands van de andere kant van de weg, maar dat was meer uitzondering dan gewoonte. Na schooltijd werden de Swardagse kleren aangetrokken, partijen gekozen en gingen we voetballen. Soms 10 minuten, als het weer eens ruzie was, maar meestal tot etenstijd en daarna tot het donker was.

Vorwärts
We voetbalden niet alleen zelf, maar volgden ook het nationale en waar mogelijk het internationale voetbal. Ieder had zijn favoriete clubs en/of speler(s). Je was of voor Ajax of voor Feijenoord en internationaal Juventus, Atletico en Real Madrid, Liverpool, Manchester, Benfica, Anderlecht of eventueel Bayern München (denk niet dat die op Stuivezand fans hadden). Het waren de internationale succesjaren van Ajax en Feijenoord en ook PSV speelde wel eens in Europa, waardoor we soms ook van minder bekende teams hoorden. Zoals bijvoorbeeld Vorwärts Berlin. Een naam die altijd is blijven hangen. In 1972 speelde PSV in het Europacup 2 toernooi een uitwedstrijd die met 1-0 verloren ging. Een jaar eerder schakelde Feijenoord de Oost-Duitsers uit. Na een 1-0 verloren uitpartij behaalde Feijenoord thuis een 2-0 overwinning met doelpunten van Ove Kindvall en Henk Wery (jawel), Alfred Zulkowski stopte bij een 2-0 stand een strafschop van Ove Kindvall.

Op Stuivezand voetbalde we niet alleen tegen elkaar, soms werd er ook een wedstrijd geregeld tegen andere teams. In mijn herinnering 3 wedstrijden. Uit op de fiets naar en tegen de Kruispad. Daar voetbalden volgens mij Ad Roovers en Frank Vermeeren (de wiete Mère) en de mannen van Peemen (Louis en Frans), uitslag onbekend. Uit tegen Klein Zundert (de mannen van Broeke van de Luitert), onderweg brak het stuur van de fiets van (volgens mij) Kees van den Broek. Ook die uitslag is mij onbekend. Het meest van mij is bijgebleven de thuiswedstrijd tegen een team uit Zundert (o.l.v. Guus Goossens). Voor deze gelegenheid mochten we van ons pa spelen op het weiland langs de kleine beek. Het was wel niet precies rechthoekig, de ene achterlijn was 60 meter, aan de overzijde slechts 25 meter, maar het gras was beter, we hadden meer ruimte en we konden simpel de goals verplaatsen. Het veld werd gemarkeerd door lijnen van geel zand, Jaan Roelands, vader van Jan, nam in zijn eentje de arbitrage op zich want een 2e, 3e en 4e man, als ook de VAR was toen nog niet nodig.

Ik weet niet of ik al mee mocht spelen, ik was nog erg jong toen, maar ik was al blij dat ik er bij mocht zijn en bij de laatste wedstrijd thuis zat ik waarschijnlijk 20 meter achter het veld langs de kant van de beek met een lange stok ballen uit het water te halen. Maar dit was mijn eerste cluppie. De clubnaam stond op de plank, welke diende als lat op de goal, geschilderd. Nogmaals; verdere overeenkomsten dan de schrikdraad en de naam hadden we niet met de club uit de DDR maar wat was ik trots op VORWÄRTS STUIVEZAND.

Facebook
Twitter
LinkedIn
WhatsApp