Voor Moerse Boys, door Moerse Boys en (vaak) over Moerse Boys. Dat is Vakkie C in een notendop. Deze columnrubriek werd ooit bedacht om de ontstane Coronaleegte te vullen, maar heeft inmiddels een permanent karakter. Iedere zaterdagochtend kunt u in deze rubriek een column/verhaal/artikel lezen. Regelmatig staat onze club centraal, maar ook andere zaken in het leven passeren de revue. Vakkie C is leesvoer voor bij het ontbijt, tijdens het toiletbezoek of wanneer dan ook. Vandaag deel 44: De waterzak sterft een stille coronadood.
“Waterzak!” Een luide roep om hulp blijft onbeantwoord, als een gil in de woestijn. De spits van Moerse Boys 9 rolt over het hobbelige C-veld. Een pijnlijke enkel na een ongelukkig duel. Een medespeler heeft de situatie geanalyseerd en concludeert dat de waterzak in actie moet komen. “Ey, waterzak!”. Op de reservebank krabt een van de reserves ongeïnteresseerd aan zijn edele delen. Natuurlijk heeft hij de roep wel gehoord, evenals de vier andere reserves. Maar hij verroert zich niet. De anderen evenmin. “Waterzak verdomme!” De leider zucht diep, werpt een afkeurende blik richting zijn reserves en komt dan zelf maar in actie. Tot opluchting van de bankzitters. Ze kunnen onderuitgezakt blijven zitten, een sprint van tientallen meters blijft hen bespaard.
Onderscheid
Bovenstaand tafereel speelt zich vrijwel iedere amateurvoetbalwedstrijd wel een keer af. De luiheid is kenmerkend voor de overige senioren, de waterzak kenmerkend voor de voetbalsport in het algemeen. De waterzak is een begrip. Elke wedstrijd is ‘ie er weer, nooit meldt hij zich af met een of andere kutsmoes. De waterzak staat er. Week in, week uit. Het kan dooien, het kan vriezen, maar de waterzak is erbij. Langs de lijn van een drukbezocht hoofdveld of in de dug-out op het C-veld. De waterzak maakt geen onderscheid. Ook niet tussen mensen. Waar zie je dat nog, in deze tijd?
De waterzak is er in verschillende varianten. Hoe hoger je speelt, hoe luxer de waterzak. Zelf speel ik bij Moerse Boys 9, in de diepste spellonken van het Neerlandse voetballandschap. Daar is de waterzak van alle comfort onthouden, alleen gevuld met het hoogst noodzakelijke. Twee bidons, een afbrokkelende spons en een kluts water. Die kluts water wordt naarmate de wedstrijd vordert een klutsje. Enerzijds omdat hij gebruikt wordt voor blessurebehandelingen, anderzijds omdat hij lek is. Dat lijkt een voorwaarde voor een overige senioren-waterzak. Hij moet lek zijn. Nooit zag ik een overige senioren-waterzak die niet lekte.
Dextro Energy
De waterzak van Moerse Boys 1 dan. Die is al wat uitgebreider. Daar is de waterzak vaak voorzien van wat spuitbussen met verkoelende spray. En als de reserves geluk hebben, zit in een van de zijvakjes nog een rolletje Dextro Energy. Lekker voor op de reservebank. Wie nog verder gaat – richting het betaalde voetbal – treft de luxe varianten aan, voorzien van allerlei medische hulpmiddelen. Meestal wordt de waterzak dan ook vergezeld door een koffer met pilletjes, verbandjes en ander gekkigheid.
We kunnen er niet omheen. De waterzak hoort bij het voetbal. Zoals buitenspel bij voetbal hoort. Zoals een doel bij voetbal hoort. Zoals de hoekvlaggen bij voetbal horen. En zoals een bejaarde scheidsrechter bij het overige senioren-voetbal hoort. De waterzak is onmisbaar. Maar… voor hoelang nog?
Coronaproof
De recente coronaontwikkelingen hebben ervoor gezorgd dat het leven van de waterzak aan een zijden draadje hangt. De altijd onomstreden waterzak is plots voer voor discussie. Want in een tijd dat anderhalve meter afstand de norm is, dat handen schudden uit den boze is en dat mondkapjes steeds meer regel dan uitzondering worden, is de positie van de waterzak op z’n minst dubieus. Is de waterzak wel coronaproof?
Met elf spelers dezelfde spons. Met elf spelers drinken uit twee bidonnetjes. In het ‘oude normaal’ was daarover nooit discussie, in het ‘nieuwe normaal’ is het ondenkbaar. Hoe nu verder? Iedere speler zijn eigen waterzak? Iedere speler zijn eigen bidon? Iedere speler een gepersonaliseerde spons? Wie het weet, mag het zeggen.
Vaste toeschouwer
De waterzak loopt het gevaar als ‘overbodig’ te worden bestempeld. Ooit de allesgenezer die de ernstigst ogende blessures oploste als een suikerklontje in de thee, nu misschien wel het grootste issue binnen het vaderlandse voetbal. Persoonlijk hoop ik dat de waterzak overleefd. Misschien niet in zijn huidige rol als wonderbaarlijke genezer, maar dan toch als vaste toeschouwer langs de kant. In elkaar gezakt, lekkend en mooi in zijn lelijkheid.
De realiteit is keihard. De waterzak ligt op de Intensive Care. Een stille coronadood dreigt.