Vakkie C, deel XXXXII: Overige Senioren

U bevindt zich hier:
/ Vakkie C, deel XXXXII: Overige Senioren

Voor Moerse Boys, door Moerse Boys en (vaak) over Moerse Boys. Dat is Vakkie C in een notendop. Deze columnrubriek werd ooit bedacht om de ontstane Coronaleegte te vullen, maar heeft inmiddels een permanent karakter. Iedere zaterdagochtend kunt u in deze rubriek een column/verhaal/artikel lezen. Regelmatig staat onze club centraal, maar ook andere zaken in het leven passeren de revue. Vakkie C is leesvoer voor bij het ontbijt, tijdens het toiletbezoek of wanneer dan ook. Vandaag deel 42: Overige Senioren.

Terug in de tijd. Bijna 10 jaar zelfs… Rond deze tijd in 2011 schreef ik onderstaande column. Opgepakt door FootballCulture.com en daarmee een groot publiek bereikend. Veel reacties. Veel herkenning. Inmiddels hangen de kicksen al een paar jaar in de wilgen en maak ik helaas de kelderklasse niet meer mee als speler. Ik mis het. Deze column raakt waarschijnlijk echter nog steeds de kern van de zaak voor veel Overige Senioren. Juist nu. Vooral nu…

De naam zegt het eigenlijk al; “overige senioren”. Het restje. De overgebleven senioren. Overgebleven na de scheiding van het kaf van het koren, en terwijl het koren de aandacht krijgt die het volgens niet geheel duidelijke normen verdient, wordt het kaf op een grote hoop gegooid en gaat het verder onder de noemer Overige Senioren.

Je wordt geboren als Overige Senior. Op het schoolplein al was duidelijk wie een overige senior zou worden. Werd je niet als eerste of misschien als tweede gekozen voor een potje straatvoetbal, dan was je voorbestemd als Overige Senior. Blonk je tijdens de sportdag niet uit in een bepaald onderdeel, maar was het enige wat je op die dag won de oorkonde die iedereen mee naar huis kreeg, dan kon het niet anders of je zou een Overige Senior worden.

Deze wetenschap verlies je nooit. Elk elftal waarin je speelt, elke trainer die je traint, elke wedstrijd die je wint, elk paar voetbalschoenen dat je verslijt, de wetenschap blijft dat je uiteindelijk toch zult gaan behoren tot die grote maar ogenschijnlijk grijze groep.

Het voordeel hiervan is dat je, als het moment daar is, berust in je lot. Overige Senioren zijn gehard door de wetenschap dat hun lot met elkaar verbonden is, en dat datzelfde lot onomkeerbaar is. Het word een Geuzennaam, je voelt je plots trots om Overige Senior te zijn. Waarom ook niet. Overige Senioren bepalen nog steeds veruit het grootste deel van de voetbalweekenden. Op afgelegen moddervelden, gegeseld door weer en wind en het gebrek aan publieke belangstelling spelen wekelijks honderduizenden Overige Senioren hun wedstrijd. Elke week weer een finale. Gedreven door pure passie en liefde voor het voetbal, zoals het lang geleden werd bedacht. In gedachten droomt de Overige Senior nog steeds van een vol stadion waarin hij in de laatste minuut de winnende treffer scoort voor zijn favoriete club. Deze dromen heeft hij al sinds jongs af aan, toen al duidelijk was wat zijn lot zou worden. Hij blijft ze houden, tegen beter weten in, of juist misschien wel omdat hij op deze manier kan blijven genieten van het spelletje voetbal zoals hij er al van kinds af aan van geniet.

Misschien zijn het juist wel deze dromen die de Overige Senioren tot de belangrijkste voetballers van Nederland maken. Trainend en spelend op een veld wat altijd minder verlicht is, natter en slechter, zwaarder en harder, kapotter en verweerder dan de velden waarop het koren speelt. Het kaf scheidt zichzelf van dit koren door de gezamenlijke wetenschap dat dit het toneel is waarop hun show uitgevoerd hoort te worden, de wetenschap dat niet het publiek maar de spelers het succes bepalen van hun uitvoering. Staande ovaties in de vorm van een “goed gespeuld kerel”, lovende recensies uit de mond van de kantinebeheerder, een oscar in de vorm van een Broodje Bal.

Na afloop drinkt de Overige Senior zijn pilske, en weet na de verlenging van de derde helft al niet meer of het nu 6-2 of 7-3 is geworden. Na “nu echt de leste” verlaat hij, net als de rest van het kaf in Nederland, tevreden en voldaan de kantine. De shirtjestas op het stuur, de sporttas op zijn rug. De vrouw zit thuis op de bank en zal wel weer niet blij zijn, maar daar maakt hij zich nu niet druk om. Dit is zijn dag, zijn team en zijn sport. In plaats van een bosje rozen brengt hij een tas vol niet-uit-elkaar-gehaalde-sokken en vuile shirts, nat van het luie zweet voor haar mee. Het gaat om het gebaar lacht hij in zichzelf, en in gedachten lachen zijn voetbalmaten met hem mee.  Fietsend naar huis droomt hij weer van die laatste minuut in het volle stadion.

Volgende week, nieuwe ronde nieuwe kansen, wie weet…

Facebook
Twitter
LinkedIn
WhatsApp