Voor Moerse Boys, door Moerse Boys en (vaak) over Moerse Boys. Dat is Vakkie C in een notendop. Deze columnrubriek werd ooit bedacht om de ontstane Coronaleegte te vullen, maar heeft inmiddels een permanent karakter. Iedere zaterdagochtend kunt u in deze rubriek een column/verhaal/artikel lezen. Regelmatig staat onze club centraal, maar ook andere zaken in het leven passeren de revue. Vakkie C is leesvoer voor bij het ontbijt, tijdens het toiletbezoek of wanneer dan ook. Vandaag deel 75: Reserve steppe.
Het is wellicht na mijn ouderlijk huis de plek waar ik het meest van mijn leven heb doorgebracht. Met het aantal uur kan je een kalenderjaar vullen. En in die voorbijgaande kalenderjaren leer je het kennen al is het je ouderlijk huis. Het gemis van een plek waar je van kindsbeen af kind aan huis was doet mij al 6 jaar voelen. Na mijn trek naar boven de Moerdijk mijmer ik weg bij gedachten aan dit alles.
Deel 7: Reserve steppe
De tijden, ze veranderen. Ik weet het, ik weet het. Want de tam tam heeft mij doen bereiken dat het B-plein is omgekat naar een kunstweide. Nepgras bij Moerse Boys. Ik zou deze column alleen al kunnen wijden aan de ironie in dit gegeven. Een verbetering zou het zijn. Tuurlijk, tuurlijk. Maar toch, opdat we niet vergeten hoe miserabel het allemaal wel niet was, het volgende requiem.
Zo aan het eind van het voetbalseizoen, als er weer zonder kunstlicht maar met korte broek getraind kon worden voor de beslissende weken van het voetbalseizoen en de naderende zomer al in de lucht hing, stond je bij aankomst op het sportpark over het met linten afgezette en ontgraste B-veld te kijken. Hadden ze het toch weer ingezaaid.
Zo aan het begin van het voetbalseizoen, als er nog zonder kunstlicht en met korte broek getraind kon worden voor die eerste weken van het voetbalseizoen en de nazomer in de lucht hing, stond je bij aankomst op het sportpark over het prachtige gras van B-veld te kijken. Maar erop trainen, nee. En dat een paar weken lang.
Tot dat het aan was. En dan was ie ook meteen 24/7 in dienst. Trainen; B-veld. Warmlopen; doe maar op het B-veld. Jeugdactiviteit; op het B-veld. We hebben nog een oefenwedstrijd ingepland; gebruik het B-veld maar. Het duizenddingendoekje van de Moer, dat was het. En zo was het B-veld dus ieder jaar rond het ingaan van de winterklok weer grasloos.
Op de steppe was het desondanks prima trainen. Of in ieder geval memorabel. Leukste trainingen waren op donderdagavond in het zestienmetergebied aan de kantinekant. Keeper in de vaste goal, andere keeper tussen de palen van een verplaatsbare goal op de zestienmeter lijn, vijf tegen vijf en één bal. En uiteraard leek het altijd te regenen wat resulteerde in een modderballet en het nodige chagrijn bij de wasmoeders.
Naast de trainingen zelf was het ook altijd een sport om het startaantal ballen terug te vinden na de training. Achter de kantine of voorbij het te heet gewassen ballennet aan de beekzijde of ergens in het struikenniemandsland speuren naar het witgoed was even traditioneel als het ‘winnende doelpunt’ dat even daarvoor met een 5-1 stand werd afgekondigd in de afsluitende partij. Als je overigens geen zin had om te zoeken, ging je gewoon even via de verscholen poort naar het DJA-terrein om daar gade te slaan hoe anderen vol frisse tegenzin zochten naar die laatste bal.
Ach, het B-veld. Hoe vaak heb ik wel niet wat bovenbeenspieren opgerekt terwijl ik tegen het kunstlicht hing. Hoe vaak heb ik wel niet het eerste kootje van mijn wijsvinger gewoon even in het haakje proberen te stoppen waar een traptrede ingezet kan worden. En hoe vaak heb ik wel niet gedacht aan de persoon die op dezelfde plek naast kunstlicht stond en in dit haakje de eerste traptrede zette om zich een weg naar boven te banen. Heeft ooit iemand dit echt ondernomen? En was die dan gezekerd? Waaraan was ie dan gezekerd? En wat ging ie daarboven doen? Had-ie een reservelamp mee? Of een doekje om te boenen? Hoe hoog was het daarboven wel niet? Vragen, vragen.
Het B-veld had natuurlijk het hoofdveld moeten zijn. Vanuit de kantine zicht op het speelveld. Hoe ideaal zou dat geweest zijn. Nu was het op zondagmiddag, het enige moment van de week dat de vlakte niet ingedeeld was, vrij speelveld voor de jeugd die eindeloos vrije trappen oefende. Zo onophoudelijk dat het ooit zou moeten resulteren op iets wat naast hen achter dat cordon grote mensen plaatsvond. Beslissend zijn voor het vlaggenschip.