Vakkie C, deel LXX: El Gran Capitán

U bevindt zich hier:
/ Vakkie C, deel LXX: El Gran Capitán

Voor Moerse Boys, door Moerse Boys en (vaak) over Moerse Boys. Dat is Vakkie C in een notendop. Deze columnrubriek werd ooit bedacht om de ontstane Coronaleegte te vullen, maar heeft inmiddels een permanent karakter. Iedere zaterdagochtend kunt u in deze rubriek een column/verhaal/artikel lezen. Regelmatig staat onze club centraal, maar ook andere zaken in het leven passeren de revue. Vakkie C is leesvoer voor bij het ontbijt, tijdens het toiletbezoek of wanneer dan ook. Vandaag deel 70: El Gran Capitán.

Het is natuurlijk al wel vaker besproken. De toegevoegde waarde van een aanvoerder.

Volgens de pessimist is het niet meer dan het bandje om de bovenarm. De aanvoerder mag daarnaast nog iets meer zeggen tegen de scheids en ook rondom de wedstrijden nog wat dingetjes regelen voor het team. Maar wat het echt toevoegt aan een team blijft voor deze mensen onduidelijk.

Het is aan deze mensen dat ik zou willen vragen om zich nog eens verder te verdiepen in Carlos Puyol. Voor mij het voorbeeld van hoe een aanvoerder moet zijn en wat voor impact dat op een team heeft. Sterker nog, in een tijd waarin mannen nu van gemiddeld 1,90m na een klein zetje huilend op de grond liggen te sterven, zou ik maar al te graag weer wat meer Puyols op het veld zien.

Deze Tarzan, met overigens een aardig palmaresje op zijn naam, was het toonbeeld van hoe wedstrijdbeleving eruit ziet. Dan heb ik het niet over populair het publiek opzwepen, maar recht vanuit het hart iedere wedstrijd ten volste alles van jezelf geven. Hoe vaak hij zich bijvoorbeeld letterlijk voor de bal heeft gegooid. De vedetten die bij Puyol in zijn team speelden hadden de pech dat Conan ook niets minder van hen verwachtte. Een beetje freeweelen werd gewoon niet door hem geaccepteerd. Laat staan het uitdagend staan dansen voor het publiek van de tegenpartij. Hij riep ze dan letterlijk tot de orde. Fantastisch!

Het is volgens mij al veelzeggend dat iemand die zo hard in duels ging en op het scherpst van de snede zijn wedstrijden speelde, ook van al zijn tegenstanders het respect ontving. Ja zelfs vanuit het Real Madrid publiek. Want hij was dan wel keihard, maar tegelijkertijd ook de maatstaf van hoe fairplay er op de voetbalvelden uitziet. Schwalbes stonden niet in zijn woordenboek en owee als er in zijn team aanstellers rondliepen of gasten een ruzie probeerden op te stoken. Die hadden echt een probleem.

Wat ik vooral mooi aan hem vond is dat hij zelf niet in de schijnwerpers wilde staan. Hij zorgde ervoor dat anderen de aandacht kregen die ze volgens hem verdienden. Ook voor zaken die buiten het voetbal speelden. Hij wist wat het woord respect inhield en leefde daar naar. Hij was er zich van bewust, en sprak dat ook meerdere malen uit, dat er wekelijks miljoenen kinderen naar het gedrag van voetballers kijken en dat zij vanuit die beelden weer het gedrag voor de toekomst vormen.

De enige keer dat ik Puyol overigens wel opvallend de schijnwerpers zag opzoeken was toen hij bij een verkiezing van de FIFA in korte broek en shirtje een prijs in ontvangst nam, gewoon als statement tegen de bobo-cultuur. Dat kon ik dan wel waarderen.

Het zijn dit soort spelers die de identiteit van een team vormen. Want ieder team heeft weleens periodes dat het minder gaat en dan zijn het types als Puyol die een team de motivatie geven om door te gaan. Maar nog veel belangrijker weet zo iemand het team met beide beentjes op de grond te houden in de gevallen dat het even heel erg goed gaat. Om de focus te houden op inzet, voetbal, normaal gedrag en respect. Te weten dat voetbal meer is dan alleen het spelen voor een club, net zoals Barcelona zelf al meer is dan gewoon een club.

Door dit alles is hij voor mij een van de beste aanvoerders uit de geschiedenis van het voetbal. In totaal heb ik hiermee eigenlijk nog niet eens zoveel woorden aan deze krijger gewijd. Maar ik denk eerlijk gezegd ook niet dat Carlos dat anders had gewild.

Facebook
Twitter
LinkedIn
WhatsApp