Voor Moerse Boys, door Moerse Boys en (vaak) over Moerse Boys. Dat is Vakkie C in een notendop. Deze columnrubriek werd ooit bedacht om de ontstane Coronaleegte te vullen, maar heeft inmiddels een permanent karakter. Iedere zaterdagochtend kunt u in deze rubriek een column/verhaal/artikel lezen. Regelmatig staat onze club centraal, maar ook andere zaken in het leven passeren de revue. Vakkie C is leesvoer voor bij het ontbijt, tijdens het toiletbezoek of wanneer dan ook. Vandaag deel 63: Pietje van het Gasthuis.
Voerman was zijn beroep. Vanuit de stugge klei in Stampersgat waar hij op 25 november 1918 ter wereld kwam, was Pietje door een speling van het lot in Zundert terecht gekomen. De nonnen van de congregatie Franciscanessen Alles voor Allen hadden zich over hem ontfermd en tegen kost en inwoning verrichtte Pietje allerlei hand- en spandiensten voor Het Gasthuis. Zo heette in de Zundertse volksmond het Sint-Elisabeth gesticht beheerd door de Franciscanessen nonnen, dat in 1993 de Westerwiek werd en sinds 2004 alom bekend is onder de naam De Willaert.
Pietje was klein van stuk, 1.60m hooguit, kleine misvormingen aan de handen, gehavend gebit en een nogal groot hoofd met een forse grijze kuif. In dat hoofd zat evenwel een schrandere en heldere geest. Als klusjesman van het Gasthuis had hij paard-en-wagen tot zijn beschikking waarmee hij als voerman de noodzakelijke spullen (melk, groente,etc) van en naar het Gasthuis bracht. Pietje, het logistieke opperhoofd van het Gasthuis.
Piet van Sprundel was zijn echte naam. Hoe hij fanatiek supporter van Moerse Boys was geworden, is niet meer te achterhalen. Vanaf eind jaren zestig was hij trouw langs de zijlijn bij zijn favoriete club te vinden. De chicane in Klein Zundert rondde hij bekwaam: de brug over de Kleine Beek, voorlangs bij de smederij van Willem de Bruijn, voorbij het cafe van Bart Mutsters, voorbij cafe Schuttershof en bakker Mutsters, voorbij fietsenmaker/kruidenier/cafe-uitbater Toon Peters. Bij de boerderij van Wullem de Bruijn en Kee Vriends sloeg hij linksaf naar het voetbalveld van Moerse Boys aan de Pastoor van Vessemstraat. Hij deed dit op een speciaal voor hem aangepast Empo herenrijwiel met sterk verlaagd zadel zodat hij waardig zijn stalen ros kon bestijgen en berijden. Het fietsenmerk Empo kwam uit Vorden en Toon Peters was de lokale dealer. Heel Klein Zundert reed op een Empo velo.
Pietje de supporter. Aanbeland op het voetbalveld zocht Pietje zijn collega supporters op en dat waren er velen. Hij verkneukelde zich bij de heldendaden van zijn voetbal idolen en liet dat dan overduidelijk horen. Moerse Boys beschikte begin jaren zeventig over een geweldig elftal dat moeiteloos de kampioenschappen aaneen reeg. Vooral de doelsaldo’s waren immer spectaculair, meer dan 80 vóór maar ook meer dan 60 tegen was geen uitzondering. De doelpunten vóór waren belangrijk, doelpunten tegen nam men voor lief. Die aanvallende stijl en die vóór-doelpunten konden Pietje in vervoering brengen. Maar hij had ook oog voor verdedigen. Als de doelman van Moerse Boys weer eens bekwaam een bal klemvast onschadelijk had gemaakt, kraaide Pietje “recht in den jémèr, goed getaan Lewie”. Na afloop van de wedstrijd ging Pietje mee naar het clublokaal cafe Den Hoek en mengde zich onder het luidruchtige Moerse Boys volkje, supporters, bestuur, spelers, dat de zoveelste overwinning vierde. De nonnen van het Gasthuis gaven Pietje echter een zeer karig pré (zakgeld). Voor meer dan 2 pintjes had Pietje geen geld maar dat was geen probleem want met plezier lieten wij Pietje meedelen in de rondjes: “Gif oos nog wa en vergit Pietje nie” .
Pietje in de problemen. Tijdig voor het avondeten terug te zijn in het Gasthuis was voor Pietje na zo’n prachtige en met bier overgoten zondag wel eens een probleem. De terugreis via de bekende Klein Zundertse chicane met toch nog 1 tussenstop bij Bart Mutsters voor een afzakkertje was Pietje een keer teveel geworden. Mijn kameraad wijlen Jan Laseroms, neef van Feyenoorder Theo de Tank en broer van Theo de wethouder, en uw scribent troffen Pietje een keer in ontredderde toestand aan in het buskotje op de Markt voor de schoenenzaak van Janus Gommers, later de Roos geheten en nu het zoveelste huizenblok. Het bezoek aan Moerse Boys en de festiviteiten na afloop waren Pietje duidelijk niet goed bekomen. Delirium tremens oordeelde Jan, ik dacht meer aan een plots opgekomen appelflauwte. Indachtig het vijfde werk van barmhartigheid hebben wij de dienstdoende portiers-non van het Gasthuis op de hoogte gebracht van de nooddruftige toestand van Pietje. Bedolven onder nons dankzeggingen gingen wij ons weegs, linea recta naar Cafe De Wissel, nu het zoveelste huizenblok.
Pietje en zijn originele cadeau. Zoals reeds vermeld reeg Moerse Boys begin jaren zeventig de kampioenschappen aan een. Ter gelegenheid daarvan werd er uiteraard altijd een receptie gehouden om de club en de spelers hiermee te feliciteren. Wie ter receptie gaat weet dat een cadeau aanbieden bij het ritueel hoort. Ook Pietje toog ter receptie en bood daar de mannen van Moerse Boys 1 een zeer origineel cadeau aan. Een krappe beurs beperkte hem in zijn mogelijkheden maar fantasierijke Pietje had de oplossing: 11 paar zwarte, 1.50m lange, platte voetbalschoenveters!
Piet van Sprundel overleden. Op 25 maart 1972 is Pietje in Zundert overleden. Oud-voorzitter Piet de Bruijn, begaafd bariton in het Breda’s Mannenkoor, zong solo in de ondergrondse kapel van het Sint-Elisabeths gasthuis een prachtig Schubert lied op de begrafenis van Piet van Sprundel.
R.I.P. Pietje van het Gasthuis.
Epiloog.
Hoeveel lezers hebben het tot hier kunnen volhouden? Het merendeel van de Moerse Boys leden denkt wellicht: WTF, what is deesz?Zij hebben de hulp van pa of ma, of veel waarschijnlijker nog, van opa en oma, nodig voor enige duiding van bovenvermelde personen, straten, bedrijven en feiten van 50 jaar geleden. Maar waar het in essentie om gaat is de waardering die de speler van Moerse Boys moet tonen voor zijn/haar Supporter. Die wisselwerking is van alle tijden.